Beoordeling van het exterieur

De FEIF heeft richtlijnen opgesteld waaraan het ideale paard zou moeten voldoen. De beoordeling van zowel exterieur als de verrichtingen worden via de richtlijnen van de FEIF (FIZO) beoordeeld. De richtlijnen voor fokkerij voor 2018 zijn hier te vinden (Engels). Een Engels-Nederlandse woordenlijst is te vinden onder documenten

In het algemeen is het doel een lichtgebouwde IJslander, met de nadruk op kracht, flexibiliteit en een gespierd lichaam. Het exterieur moet excellente gangen faciliteren, waarbij het hoofd natuurlijk gedragen wordt. 

Tijdens de exterieurbeoordeling (40% van het totaalcijfer) worden de volgende punten (%) beoordeeld:

  • hoofd (3%)
  • hals, schouder, schoft (10%)
  • rug, achterhand (3%)
  • verhoudingen (7.5%)
  • benen (kwaliteit) (10%)
  • benen (gewrichten) (3%)
  • hoeven (6%)
  • staart en manen (1.5%)

Voor elk onderdeel zijn er specifieke richtlijnen voor de cijfers. De details zijn terug te vinden in het bovenstaande document. Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven.

Het hoofd zien we graag elegant, met een rechte neuslijn. Op het hoofd staan dunne oren en alerte, grote ogen. Daarbij zien we graag veel manen, met een dikke voorpluk.

De hals is opgericht, er is een duidelijk onderscheid tussen hals en lijf. De schoft is goed gevormd en de schouder stijl. We zien graag een goed gespierde, soepele rug. Ook het kruis dient goed gespierd te zijn. Qua verhoudingen zijn lange benen met een cilindrisch lijf ideaal. Het hoogste punt op de schoft moet altijd hoger zijn dan het hoogste punt van het kruis. Ook de staart moet vol zijn.

In de benen zien we graag sterke pezen, die iets van het bot af liggen. De voorbenen zijn ideaal gezien helemaal recht, met voldoende ruimte tussen de benen. Dit geldt ook voor de achterbenen, al mogen deze iets naar buiten staan. De hoeven moeten een sterke wand en zool hebben en zijn bij voorkeur donker van kleur.